Loondoorbetaling bij ziekte
Minister Asscher (SZW) heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang met betrekking tot de plannen tot loondoorbetaling bij ziekte. Werkgevers hebben de wettelijke verplichting om minimaal 70% van het loon van zieke werknemers gedurende maximaal twee jaar door te betalen. Vooral kleine werkgevers ervaren deze loondoorbetalingsplicht en de daarbij behorende re-integratieverplichtingen als knellend.
Het kabinet heeft aangegeven dat in de zoektocht naar een oplossing om de knelpunten van kleine werkgevers te verlichten, de variant met een collectieve verzekering in het tweede ziektejaar, inclusief opt-out, als enige haalbare maatregel is overgebleven. Deze variant wordt op dit moment nader uitgewerkt. Minister Asscher verwacht de Tweede Kamer in het voorjaar van 2016 de nadere uitwerking te kunnen sturen.
Op hoofdlijnen houdt deze variant in dat kleine werkgevers (een kleine werkgever is een werkgever met een loonsom tot 10 maal het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer) voor het tweede jaar loondoorbetaling verzekerd zullen zijn bij UWV (default). De lasten in het tweede ziektejaar worden gefinancierd via een werkgeverspremie. Indien de werkgever aangeeft niet van de collectieve verzekering bij UWV gebruik te willen maken (opt-out), blijft de huidige situatie gecontinueerd: de werkgever blijft verantwoordelijk voor zowel de financiële effecten van de loondoorbetaling als voor de re-integratie van de zieke werknemer. De werkgever kan zich eventueel privaat verzekeren zoals op dit moment ook al voor een groot deel van de werkgevers gebruikelijk is. De variant kost, afhankelijk van de uiteindelijke vormgeving, structureel per saldo circa 20 miljoen euro per jaar.