Wijziging vernieuwde Arbowet per 01-07-2018

Sinds 1 juli 2017 geldt de vernieuwde Arbowet. In de vernieuwde Arbowet is de betrokkenheid van werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening vergroot en staat preventie nog meer centraal.

De nieuwe Arbowet geldt voor alle werkgevers en werknemers in Nederland, ongeacht het aantal werknemers. Dit geldt ook voor deeltijd- en flexwerkers, oproepkrachten en personen met een nulurencontract.

Contracten aanpassen voor 1 juli 2018

De nieuwe Arbowet is ingegaan per 1 juli 2017. Werkgever en arbodienstverleners krijgen tot 1 juli 2018 de tijd om bestaande contracten aan te passen, of indien er geen contract is, dit af te sluiten bij een Arbodienst.

Contracten die na 1 juli 2017 zijn afgesloten moeten direct voldoen aan de wettelijke vereisten.

De belangrijkste wijzigingen op een rij:

Basiscontract

  • Één van de belangrijkste punten van de nieuwe Arbowet is de invoering van het basiscontract.
  • Dit contract stelt minimumeisen aan het contract tussen arbodienstverleners en werkgevers, o.a. over de toegang tot de werkvloer en de second opinion.
  • In het basiscontract staan rechten en plichten voor de werkgever, werknemer en de arbodienstverleners.

Open spreekuur

  • In de nieuwe Arbowet moet de werkgever ervoor zorgen de de werknemer de bedrijfsarts kan bezoeken als hij/zij vragen heeft over zijn/haar gezondheid in relatie tot het werk, ook als de werknemer nog niet verzuimt of klachten heeft. Dit kan bijvoorbeeld via een open spreekuur met als doel om klachten en verzuim te voorkomen.

Vrije toegang werkvloer

  • Daarnaast moet de bedrijfsarts ook iedere werkplek kunnen bezoeken om goed inzicht te krijgen in de arbeidsomstandigheden en de belasting in het werk.

Second opinion

  • Indien de werknemer twijfelt aan de juistheid van het door de bedrijfsarts gegeven advies, kan de werknemer een second opinion van een andere bedrijfsarts aanvragen.

Andere wijzigen zijn

  • Adviesrol bedrijfsarts over het toepassen van preventieve maatregelen voor gezond en veilig werken van de werknemers.
  • Duidelijkere rol preventiemedewerker.
  • Elk bedrijf moet tenminste één werknemer aanwijzen als preventiemedewerker.
  • Deze heeft als taak te adviseren aan en samen te werken met de bedrijfsarts en andere arbodienstmedewerkers.
  • Bij kleine bedrijven (tot 25 medewerkers) mag ook de werkgever als preventiemedewerker optreden.

Ondernemersraad of personeelsvertegenwoordiging

  • Voor bedrijven met 50 of meer medewerkers is een ondernemingsraad verplicht. (OR)
  • Voor bedrijven tot 50 medewerkers is dit niet het geval.
  • Als de meerderheid van de werknemers daarom vraagt is een personeelsvertegenwoordiging verplicht. (PVT)
  • Heeft een bedrijf geen OR of PVT dan moet de directie regelmatig inspraak en informatie geven op de personeelsvergaderingen.

Toezicht en handhaving

  • De inspectie Sociale zaken en Werkgelegenheid krijgt meer mogelijkheden om werkgevers, arbodienstverleners en bedrijfsartsen sancties op te leggen bij het niet naleven van de regelgeving van het arbeidscontract.